JIJ BENT HET

Laat jezelf niet voor de liefde in de steek en zoek niet naar liefde in de ander.

Liefde is geen object; ze kan niet worden gegeven, noch worden afgenomen.

Liefde is geen gevoel, geen toestand of piekervaring, maar wat je bent. Aanwezigheid zelf.

Verwar liefde niet met bekoring. Bekoring komt en gaat, kan in de loop der tijd afvlakken, kan minder worden of als een vulkaan ontploffen onverwacht.

Verwar liefde niet met verlangen. Verlangen is ook onbestendig, van voorbijgaande aard.

Verwar liefde niet met geluksgevoelens, genot, een opgewonden zenuwstelsel. Die tijdelijke toestanden kunnen niet voortduren; zo zitten ze niet in elkaar. Zelfs beloften die vandaag met grote zekerheid gedaan worden, met de beste bedoelingen, kun morgen verbleken, of verbroken worden, of vergeten.

Liefde, daarentegen, verbleekt niet. Liefde kan niet in de loop van de tijd minder worden. Liefde is geen gebruiksartikel, niet iets wat van vorm verandert.

Liefde is een veld, een veld dat zich binnen en buiten en tussen ons in bevindt; een veld waarin gedachten, gevoelens, zelfs de meest vaste plannen voor de toekomst, kunnen verschijnen en verdwijnen. Liefde bevat hoop, maar ook verlies; opwinding, maar ook verveling; verpletterende teleurstelling, maar ook gelukzaligheid.

Liefde is het veld voor de veranderende vormen, de grond die ons draagt als we lopen, zitten, praten of niet praten, voelen wat we voelen in elkaars aanwezigheid, bezig zijn met de dingen die we moeten doen, plannen maken, eten, hopen, afscheid nemen, proberen lief te hebben.

De liefde is groter dan wij. We brengen haar niet voort met woorden en daden, of zelfs maar bedoelingen, maar we worden er wel door omarmd, we worden gekoesterd in haar oneindigheid, wat we ook doen of niet doen.

We trouwen, we scheiden; we zijn vrienden, we zijn minnaars, we gaan uit elkaar, we breken samen; we worden geboren, we sterven; het veld verdraagt het.

Niemand heeft ons ooit liefde gegeven; dat is de grote illusie. We herinnerden ons het veld alleen maar in elkaars aanwezigheid, soms, herken- den de eeuwigheid midden in de alledaagsheid, en hebben dat aan elkaar toegeschreven.

Liefde is nooit van buitenaf tot ons gekomen; we hebben slechts onze eigen aanwezigheid aangeraakt, zijn de liefde binnengevallen die we zijn, en niet niet kunnen zijn. En niemand heeft de liefde ooit van ons afgepakt; we vergaten gewoon het veld, en gaven de ander ‘de schuld’, en gingen er weer naar op zoek omdat we haar afwezigheid voelden, vast- zaten in een verhaal over ‘verloren liefde’, vastzaten in het drama van het eenzaam zijn.

Toch was de liefde er nog steeds, zelfs in haar eigen ogenschijnlijke afwezigheid; ze was aanwezig, zelfs in het verlies. Ze kan niet kapot gaan; een golf kan de oceaan niet breken.

Zoek niet naar liefde, zoek niet naar het licht, maar wees het, bied het aan; de vreugde van het houden van iemand is oneindig veel groter dan de vreugde van het angstig zoeken naar of vastklampen aan iemands liefde, want diep van binnen weet je dat het slechts een illusie is dat waar je altijd naar verlangd hebt van buiten je eigen hart komt.

Jij ben het; je bent het altijd geweest.

De zoektocht eindigt precies waar hij begonnen is — in aanwezigheid. Vanuit het gezichtspunt van de liefde is er helemaal niets gebeurd.

~JEFF FOSTER